Verhardingen onkruidvrijhouden zonder gif kan makkelijk. Voorkomen van onkruid is de meest effectieve methode en dat betekent het voorkomen dan onkruid zich uitzaait (1 plantje geeft honderden zaden!). Veeg de verharding daarom vaak en bestrijd onkruid in een zo klein mogelijk stadium (hoe ouder hoe hardnekkiger/weerbaarder het is). Door te vegen zie je ook eerder of er kleine onkruidjes ontkiemen.
Verhardingen vragen meer onderhoud dan vakken met bodembedekkers. Een reden temeer om terughoudend te zijn met de hoeveelheid versteend oppervlak.
Tegel- en klinkerbestrating:
Zijn de voegen niet gevuld: vul ze dan op, want in de voegen hoopt zich organisch materiaal op en zaden. De zaden ontkiemen dan diep en de kiemplanten zijn moeilijker te verwijderen.
Houdt de voeg zo compact/aangedrukt mogelijk dat gaat ontkieming tegen.
Bestrijd onkruid in voegen met een kleine voegenkrabber (Wolfgarten heeft een hele prettige) of een voegenkrabber op steel al dan niet met onkruidborstel. Krab zo dat de plant net onder de stengel wordt verwijderd, waardoor de plant meestal dood gaat en de voeg zoveel mogelijk gevuld blijft. Grotere oppervlakten zijn te behandelen door korte verhitting met een brander, welke de wortel laat zitten maar door herhaald gebruik de plant uitput. (NB de plant hoeft niet direct te verkolen, even de vlam over de plant is al voldoende om het bovengrondse deel te laten afsterven.)
Combineer een behandeling in uiterste geval desnoods met azijn (eerst vegen, onkruid beschadigen en dan wat azijn, op een droge dag). Gebruik liever geen trimmer of motorzeis/bosmaaier met een nylondraadje want hierdoor krijg je microplastics in je tuin/de natuur.
Mos en algengroei op verharding kan je voorkomen door regelmatig vegen en bestrijden door te bezemen met scherp zand (gebruik geen bezem met plastic haren, want ook daarmee breng je microplastics in je tuin/de natuur), met een staalborstel, onkruidbrander. Gebruik liever geen hogedrukspuit (dit geeft veel troep in het plantvak naast de verharding en kost veel stroom en water).
Onkruidbestrijding in grind- en steenslag/split verharding:
Grind onkruidvrij maken zonder gif is lastiger dan tegelverharding, omdat er meer plekken zijn waar onkruid kan groeien. Regelmatig harken/schoffelen werkt het beste. Doe dat ook als je nog nauwelijks iets ziet groeien, want hoe ouder het onkruid hoe lastiger weg te krijgen. Opgekomen onkruid verwijderen met krabber, hak, hand en eventueel onkruidbrander. Probeer te voorkomen dat er aarde en organisch materiaal als blad (= voeding) in de verharding komt/zich ophoopt. Dit laatste is moeilijk te voorkomen en hoewel grind mooi is, is het wat mij betreft te arbeidsintensief. NB Onkruiddoek werkt niet tegen onkruid wat in de laag erboven ontkiemt. De kiemplantjes weten de drainagegaatjes in het doek goed te benutten en groeien er zo door heen! Als je te lang wacht met onkruid uittrekken en het zit aan de rand van het grind, trek je zo het onkruiddoek omhoog en dan ligt het lelijk in het zicht en degradeert sneller onder invloed van UV straling, extreme temperaturen en betreding. , Onkruidzaden komen in het grind door de wind, profielbanden, vogelpoep etc etc. Plantenvoeding tussen het grind ontstaat door inwaai van blad/stof en grond via schoenen, autobanden etc.
NB In plaats van onkruid bestrijden in het grind kan je het ook maaien.



Onkruidvorming in split gevolgd in de tijd.
Dieren in de bestrating
Regenwormen zijn zeer nuttige dieren om plantaardig afval te verteren en ik heb ze graag, maar liever niet in de bestrating, omdat ze de bestrating ondergraven en met de uitgepoepte aarde een voedingsbodem creëren voor onkruidzaden. Je zou met het oog op regenwaterafvoer ze ook als nuttig kunnen zien, vanwege hun gangen die soms tot 1 1/2 m diep gaan. Ook mieren zijn zowel zeer nuttig (en interessant), maar kunnen met zijn allen de bestrating behoorlijk verstoren.
Na de laatste ijstijd zo’n 12.000 jaar geleden, zijn er steeds nieuwe plantensoorten in Nederland beland. Onder de eersten die zich hier vestigden waren berk en grove den en ook de zomereik leeft als soort al duizenden jaren in Nederland. Met de Romeinen 2000 jaar geleden kwam de tamme kastanje naar Nederland, de teunisbloem kwam 200 jaar geleden uit Amerika, de reuzenberenklauw ruim een eeuw geleden uit de Kaukasus/Perzië en de Grote waternavel (Zuid Amerika) is pas sinds 1994 in Nederland en vanaf ca. 2000 in Groningse wateren. Je zou ook kunnen zeggen dat hoe langer een plantensoort in Nederland voorkomt, hoe inheemser deze is.




De natuur levert de mens allerlei zogenaamde ecosysteemdiensten als zuurstof, voedsel, drinkwater maar afzonderlijke plant- en diersoorten zijn ook heel waardevol voor de mensheid. De wetenschap leert veel door het bestuderen van plant- en diersoorten. Er is zelfs een apart vakgebied, de Bionica, die zich daar specifiek op toelegt. Geen wonder, want de natuur heeft al honderden miljoenen jaren geëxperimenteerd met allerlei mutaties en wat nu is terug te vinden bij de planten en dieren behoort tot het meest succesvolle genetische materiaal. Planten- en dierensoorten hebben allerlei eigenschappen ontwikkeld die zeer functioneel zijn en tegelijkertijd zeer efficiënt in gebruik van energie en bouwstoffen.
Is de vogel verder niet gewond dan kun je hem veilig weer vrijlaten of verzorgen als er nog verschijnselen zijn van hersenbeschadiging. Als de vogel na een week nog steeds niet kan vliegen vanwege hersenbeschadiging, rest niets anders dan een vredig einde. In dertig jaar praktijk als dierenarts heb ik op deze manier vele vogels weer het luchtruim in kunnen laten gaan. Cliënten die voor een raamslachtoffer opbelden kregen ook dit advies. Als de vogel toch binnen die 12 uur overlijdt dan had een dierenarts of wie dan ook, niets kunnen doen om dit te voorkomen; vrijwel altijd is er dan sprake van onherstelbaar hersenletsel, dat op het moment van gebeuren niet vast te stellen is.
Gewone potgrond






Als het langdurig door vriest is het voor vijverbezitters van belang om een wak in het water te houden. Doe dat niet met een bijl want de schokgolven zijn zeer schadelijk voor vissen en misschien ook andere beesten.

Echte boom
“Onze werkdag wordt door dageraad en avondschemering passend omlijst. In de avond daalt ontspanning als een soort late wijsheid over ons. We kunnen een ogenblik met rustige sereniteit weer aanschouwen. Ik begrijp alleen niet goed waar de spanning van de dag vandaan komt. Het klare ochtendlicht is er ver van af, de dag lijkt erin te groeien, ongemerkt. Met werken heeft het niet te maken. Ook op luie dagen maakt de avond ons los van allerlei zwakbewuste verbintenissen, misschien ook bekommernissen en bezinkt er een serene dankbaarheid in ons gemoed. De mijmering verstilt, het geheugen verbleekt, het willen en dringen vertraagt. Wij berusten en geven ons over. Zo wordt de nacht en zijn leegten bij ons ingeleid.