Door verstedelijking en intensivering van de landbouw staat de Nederlandse natuur zwaar onder druk en worden particuliere tuinen steeds belangrijker worden voor het behoud van soorten. Tuinen vormen bij elkaar opgeteld een enorm oppervlak. Het radioprogramma Vroege vogels (Radio 1 zondagochtend tussen 07-10 u) heeft een scorelijst gemaakt hoe tuinen een bijdrage kunnen leveren aan de natuur. Bij voldoende score kan de tuin het predicaat “Tuinreservaat” krijgen.
De kenmerken van een Tuinreservaat (aangevuld en bewerkt door Michiel Coesèl)
1. Bestrating: Beperk zo mogelijk het oppervlak bestrating om zoveel mogelijk ruimte te geven aan plantjes en beestjes. Bestrating aanleggen is bovendien duur en onderhoud intensiever – als je geen gif gebruikt- dan beplanting.
2. Plantenkeuze, plant planten, struiken en bomen met vruchten, noten en bloemen die insecten, vogels en vlinders lokken. Kies zoveel mogelijk voor beplanting uit de omgeving/Nederland (zie Tip/Artikel 9: Voordelen van Inheemse planten) Betrek planten die onbespoten zijn van buren, markten/leden van volkstuinvereniging, biologische kwekers.
3. Vijver: Een natuurlijke vijver met geleidelijk aflopende oever tbv egels of een andere badder en drinkgelegenheid voor oa. vogels
4. Gevels-daken: vergroen ook gevels met klimplanten of struiken en daken. Struiken met doornen bieden goede nestelgelegenheid ivm bescherming tegen katten.
5. Erfscheiding: Maak een levende haag van struiken of klimop tegen gaas. Gebruik voor een schutting (en pergola etc.) geen tropisch of geïmpregneerd hout maar inlands hout als kastanje of lariks. Zorg voor een egelpassage.
6. Bestrijdingsmiddelen. Er worden geen schadelijke bestrijdingsmiddelen gebruikt
7. Vogelnesten: vooraf aan snoeien kijken of er niet gebroed wordt
8. Groenafval wordt in de tuin verwerkt op een composthoop en/of takkenril als schuilgelegenheid voor dieren en voedselvoorziening voor beestjes en paddenstoelen. Dit bespaart ook onnodig transport(energie) met afval dat grotendeels uit water bestaat. Eigen compost is van gegarandeerde kwaliteit en is geschikt voor in potten en onder planten die veel voeding nodig hebben als bessenstruiken en rozen. Mooi hout verdient een opvallende plek in de tuin en kan daarbij ook dienen als insectenhotel.
9. Blad. Laat, indien niet storend, bladeren en ander afgestorven plantenmateriaal liggen als bescherming en voeding van de bodem/vaste planten. Vogels weten de kleine diertjes die het materiaal fijnmaken en verteren ook te waarderen! Het blad moet niet een dikke afsluitende deken op de planten geven.
10. Nestkasten: Zorg voor nestkastjes of verblijfplaatsen (rustige hoekjes die zo min mogelijk verstoord worden) voor vogels (nestelen graag in doornige dichte struiken!), zoogdieren en insecten
11. Hergebruik: Zorg voor zoveel mogelijk hergebruik van steenachtige materialen en grond. Het maakt de tuin vaak interessanter en spaart fossiele energie en kosten aan transport.
12. Plastic: Voorkom dat plastic in uw tuin komt via plasticbezems, bindmaterialen, strimmers en dergelijke. Zie ook Tip/Artikel 14 Plastic soep ook door tuinieren!
13. Regenwater: Vang regenwater op in een regenton en/of leidt het naar een laag gedeelte in de tuin ten behoeve van ons drinkwater en om riooloverstort op het oppervlakte water te voorkomen/rioolkosten omlaag te brengen.
14. Eetbare planten: Plant ook eetbare gewassen aan: lekker en verser/rijper/lokaler kan niet.
15. Potgrond: maak zelf potgrond van 2/3 zandige tuingrond en 1/3 compost (of evt. cocopeat/cocosvezel. De Action verkoopt in het voorjaar geperste blokken cocosvezel die in wat koudwater opzwellen). Gewone potgrond en tuinaarde (bevat geen aarde/grond!) bevat veel veen uit waardevolle veennatuurgebieden. Het zijn vooral vochtvasthouders en bevatten erg weinig voeding (alleen voor de eerste drie maanden). De aanduiding biologisch op veel zakken geeft het product onterecht een mooi imago.